|
Vaardigheidsvragen
|
Uit de Syllabus van het Cito/Cevo 'Scheikunde met voorbeeldexamens voor de centrale examens
in de Tweede Fase havo/vwo' blijkt dat er op het centraal examen ook zogenaamde
vaardigheidsvragen gesteld zullen worden.
|
Toelichting vaardigheids-vraagtypen
|
- Informatievaardigheden
-
Informatie-begripsvraag
Hoofdddoel: toetsen of de kandidaat vakinhoudelijke kennis kan inzetten bij het
begijpen van informatie en/of interpreteren van gegevens. Het uigangsmateriaal is
daarbij vrij omvangrijk (enige overmaat en/of veelheid aan gegevens) en wordt
zoveel mogelijk levensecht gepresenteerd.
-
Informatie-selectievraag
Hoofdddoel: toetsen of een kandidaat gericht informatie kan selecteren c.q. gegevens
kan selectern uit een overmaat aan informatie. De kandidaat hoeft niet alle informatie
te gebruiken (gegevens uit een omvangrijke tekst, niet-routinematige gegevens uit Binas,
informatie op niet direct voor de hand liggende plaats in de opgave).
-
Informatie-bewerkingsvraag
Hoofdddoel: toetsen of de kandidaat gegeven informatie kan omzetten in een andere
gestructureerde vorm, zoals het samenvatten van een tekst, het herschrijven van een stukje
(onduidelijke of onjuiste) tekst en het weergeven van gegevens in een tabel, grafiek of schema.
-
Aanvaardbaarheidsvraag
Hoofdddoel: toetsen of de kandidaat van gegeven informatie de aanvaardbaarheid kan beoordelen
op basis van criteria zoals: betrouwbaarheid, objectiviteit, geschiktheid voor een bepaald doel.
- Standpuntbepaling
(Schetsing bepaald dilemma of een kwestie met verschillende
meningen of keuzen. Maatschappelijk herkenbaar).
-
Argumentenvraag
Hoofddoel: toetsen of de kandidaat bij een gegeven standpunt één of meer argumenten kan noemen
of herkennen.
-
Standpuntvraag
Hoofddoel: toetsen of de kandidaat een standpunt kan innemen op basis van één of meer zelf
genoemde of herkende argumenten.
-
Afwegings/betoogvraag
Komt niet in de centrale examens scheikunde voor.
- Onderzoeksvaardigheden
(Vraagtypen hebben betrekking op onderzoek, al dan niet
experimenteel).
-
Probleemstellingsvraag
Hoofddoel: toetsen of de kandidaat in het kader van een bepaald onderzoek een vraagstelling of
hypothese kan formuleren, classificeren, herkennen of beoordelen.
-
Werkplanvraag
Hoofddoel: toetsen of een kandidaat de hoofdlijnen voor de uitvoering van een onderzoek
kan formuleren, beoordelen of verbeteren.
-
Conclusie
Hoofddoel: toetsen of de kandidaat conclusies kan trekken uit onderzoeksgegevens of kan
beoordelen of conclusies terecht uit de onderzoeksgegevens zijn getrokken.
|
|
|